Research

Europe in the World

Articles

La douce France, in woorden en daden

08 Apr 2022 - 20:13
Bron: Marine Le Pen tijdens een tv-debat over haar selfie met een meisje dat een hoofddoek draagt ©C8/YouTube
​​​​​​Berichten over de Franse presidentscampagne 2022

Ça alors! 


Mark Elchardus is Senior Associate Fellow bij Instituut Clingendael. Hij schrijft een reeks blogs in aanloop naar de Franse verkiezingen.

Deel 6: La douce France, in woorden en daden

 

Als een kandidaat stijgt in de peilingen, worden snel honderd en één verklaringen bedacht waarom dat het geval is; daalt de populariteit van de kandidaat dan zijn er evenveel plausibele verklaring om uit te leggen waarom ook dat onvermijdelijk is. Een paar maanden geleden nog las en hoorde men overal waarom Marine Le Pen het niet zou halen. Zij mocht weliswaar tweede staan in de peilingen, halen zou zij het niet. Er was haar naam “Le Pen”, die dankzij haar querulante vader nog steeds klinkt als een vloek in de oren van menige Fransman en Française. Er was de (toen) beloftevolle campagne van Valery Pécresse en er was bovenal de kandidatuur van Eric Zemmour. Die mikte op haar electoraat en wist tal van haar medewerkers en afgevaardigden weg te lokken, over te halen om hem te vergezellen op zijn kruistocht. Zijn drukbezochte bijeenkomsten voorspelden succes.

Sinds een paar weken surft Le Pen echter op een wassende golf in de peilingen. Vergeleken met Zemmour of Pécresse zouden twee keer zoveel mensen nu op Le Pen stemmen. Van de glasharde standpunten van Zemmour, die ooit bedreigend werden geacht voor Le Pen, wordt nu gezegd dat zij haar helpen. Ze doen haar gematigd en redelijk lijken. In zijn grote campagnebijeenkomst van 2 april jongstleden deed Macron zijn uiterste best Le Pen te associëren met Zemmour, ze voor te stellen als identieke vertegenwoordigers van extreemrechts. Le Pen voert al maanden een campagne gericht op het ontkrachten van dat beeld. Zij doet dat niet zozeer met het aanpassen van haar standpunten, maar met de manier van campagnevoeren. Minder bijeenkomsten, minder gezwollen taal en grote gestes vanaf de bühne, meer gewoon onder de mensen, handjes schudden, selfies maken met sympathisanten en omstanders, intens glimlachend, de mensen haast omhelzend, ook een meisje met hoofddoek. Zij werd daarop hevig aangevallen door het Zemmourkamp. Ja, zei Le Pen, ik wil de hoofddoek verbieden in de publieke ruimte, maar ik ga toch niet onvriendelijk zijn tegen een meisje van vijftien dat een selfie wil met mij, ik ga dat meisje toch niet kwetsen omdat zij een hoofddoek draagt? Trouwens, zo voegde zij eraan toe in een debat met een van de belangrijke secondanten van Zemmour, in ben zes jaar advocaat geweest. Ik was toen al tegen illegale migratie, wie hier niet mag zijn, moet worden uitgezet. Ik heb echter verschillende mensen die waren afgewezen in de asielprocedure verdedigd en aangezien ik goed was, heeft een aantal van hen kunnen blijven. Politiek is er om wetten te maken, daarna verdedig je de rechten die mensen hebben.

Aan haar desastreuse debat met Macron in 2017 hield ze de reputatie over haar dossiers onvoldoende te kennen. In de campagne van 2017 omschreef de niet altijd even delicate Mélanchon haar als “half dementerend”. Haar optredens dit jaar suggereren dat zij meer tijd besteedt aan studeren, maar haar reputatie achtervolgt haar. Zo zei Zemmour smalend dat terwijl Le Pen zich bezighoudt met haar katten, hij bezig is met boeken. De kans is reëel dat Zemmour zich met die sneer misrekende. Een deel van het electoraat waarop hij mikt, voelt waarschijnlijk meer warmte bij iemand die van katten houdt dan bij iemand die veel boeken leest. In een politieke campagne spelen dat soort dingen nu eenmaal een rol.

In elk geval zien we Le Pen veel door Frankrijk wandelen, op markten, door de dorpskernen en de hoofdstraten van kleine steden. Ze lijkt de vriendelijke buurvrouw die zich toevallig bezighoudt met politiek en een aantal ideeën heeft over hoe beter de eindjes aan elkaar te knopen op het einde van de maand, je veiliger te voelen, wat meer toekomst te zien. Zelfs de mantels en de sjaals die ze draagt lijken zacht en aaibaar. Het oratorisch geweld van Zemmour, zijn precieze, met citaten gelardeerde taal waarmee hij de verschrikking van de neergang en de grootse einders van een herwonnen Frankrijk schetst, blijken niet opgewassen tegen Le Pen’s dagdagelijksheid. Het einde van Frankrijk verdient aandacht, zeker, maar het einde van de maand eveneens. Le Pen legt zoveel nadruk op sociale maatregelen dat Zemmour haar tijdens zijn bijeenkomst op de voor rechts symbolische place du Trocadéro omschreef als een socialistische kandidaat. In het licht van de historische reputatie van haar partij is het inderdaad verrassend om het boegbeeld van het RN al maandenlang te horen herhalen: ‘de kandidaat van de koopkracht, dat ben ik’. Haar aanpak heeft uiteraard met politieke ervaring te maken, maar ook met een bewuste herpositionering van haar partij.

De eerste keer dat de Franse televisiekijkers Marine te zien kregen, was in 1972 toen haar vader Jean-Marie Le Pen het Front National (FN) had gesticht. Amerikaanse mediagebruiken waren toen al naar Frankrijk overgewaaid en Jean-Marie Le Pen werd thuis, met zijn familie gefilmd. De vijfjarige Marine kwam even in beeld met haar troetelbeer. Vier jaar later was zij opnieuw in het nieuws, toen een lading van 20 kilo explosieven het gebouw vernielde waarin het gezin Le Pen een appartement had. Marine, haar twee zussen en de ouders ontsnapten aan de dood, een buurjongen liet het leven. De aanslag werd opgeëist door een antifascistisch front, maar de daders werden nooit gepakt. Een echt gelukkige jeugd hebben Marine Le Pen en haar zussen niet gehad. Hun moeder heeft hen al vroeg verlaten en opgroeien met papa Le Pen was geen lachertje.

Toen ze 18 werd, in 1986, werd ze lid van het FN. Voor de militanten van die partij was politiek bedrijven een gevaarlijk vak, een vorm van oorlog. Telkens als zij de kans kreeg op televisie te komen, ontpopte zij zich tot een bijzonder agressieve debater. In 2007 was ze adviseur in de presidentscampagne van haar vader. Tussen 2007 en 2010 was zij in grote mate verantwoordelijk voor de vooruitgang van het FN. In 2011 werd ze voorzitter van die partij en begon al snel aan een koerswijziging die de partij voor een breder publiek aantrekkelijk moest maken.

Dat was echter gerekend buiten de vorige voorzitter, haar vader. Hij stond erop dat zijn lijn zou worden aangehouden. Hij bekritiseerde openlijk en beledigend zijn dochter, verstoorde partijbijeenkomsten en spande processen aan tegen de partij die hij heeft gesticht. Hij zei dingen waarmee hij zichzelf maar ook, zo hoopte hij, de partij buiten het aanvaardbare positioneerde. Onder meer door het Vichyregime op te hemelen en te herhalen dat de gaskamers van de nazi’s een “detail” van de geschiedenis zijn. In 2015 werd hij uit de partij gezet. Hij verklaarde vervolgens dat het nieuwe Front National niet meer geleid kon worden door iemand die de naam Le Pen draagt. Zijn dochter moest maar trouwen en de naam van haar echtgenoot gebruiken. In 2018 veranderde het Front National van naam en werd Rassemblement National (RN).

Ondertussen had Marine Le Pen er al twee presidentsverkiezingen opzitten. In 2012 behaalde zij 18% van de stemmen in de eerste ronde, maar werd daarmee derde achter François Hollande en Nicolas Sarkozy. In 2017 kreeg zij 21% van de stemmen en kwam in de tweede ronde uit tegen Macron. Zij verloor daar met 34 tegen 66%.

De veranderingen die zij in haar partij doorvoerde, worden vaak omschreven als het ‘normaliseren’, ‘de-diaboliseren’, ‘salonfähig’ maken. Die etiketten zijn betrekkelijk inhoudsloos. Op drie verschillende breuklijnen heeft Marine Le Pen het RN geherpositioneerd. Zij heeft binnen de interne verdeeldheid die over ethische kwesties heerste, duidelijk gekozen voor een progressiever standpunt: geen verzet meer tegen abortus of de rechten van homoseksuelen. Dat hield het risico in de fundamentalistische katholieken die een thuis hadden gevonden bij het RN, van die partij te vervreemden. Zij heeft, ten tweede, de neoliberale strekking van de partij verlaten. Die geruild voor een socialer opstelling, gericht op de sociaal kwetsbaren, het onzekere deel van de middenklasse en de boeren die het moeilijk hebben. Het zijn die herpositioneringen die een wig hebben gedreven tussen Marine Le Pen en haar cultureel conservatieve en economisch (neo)liberale nicht, Marion Maréchal. Dat verklaart waarom deze zich bij de campagne van Eric Zemmour heeft aangesloten. Ten derde heeft Marine Le Pen geprobeerd van het RN in mindere mate een anti-islampartij te maken door de focus te verleggen naar migratiebeleid en steeds het onderscheid te maken tussen islamisme (radicale islam) en een met de seculiere republiek compatibele beleving van de islam. “Ik wil de islam niet aanvallen” verklaart ze, “dat is een godsdienst als een andere”. Vooral die opstelling heeft een aantal van haar afgevaardigden ertoe aangezet over te stappen naar Zemmour.

Die drie politieke herpositioneringen hebben ruimte geschapen voor een nieuwe nationalistische, radicaal rechtse partij – Reconquête van Zemmour - cultureel conservatiever, economisch liberaler en rabiaat anti-islam. Daarmee wordt het electoraat waarop Le Pen kan rekenen verdeeld. Aanvankelijk werd gedacht dat zij de 21% van de eerste ronde van 2017 niet meer zou kunnen herhalen. In de peilingen van begin april staat zij echter op 22%. Uiteraard is niets beslist voordat de Franse kiezers aanstaande zondag hun stem hebben uitgebracht, maar zij lijkt het duel met Zemmour te hebben gewonnen. Zemmour kan volgens de peilingen nog slechts rekenen op 10% van de stemmen. Samen trekken ze nu haast een derde van de kiezers aan. Het is duidelijk dat de nationalistische stroming veel sterker is dan vijf jaar geleden. Men dient daar immers ook een deel van de kiezers van Pécresse toe te rekenen. Dat betekent dat Marine Le Pen’s kansen in de tweede ronde nu aanzienlijk beter liggen dan vijf jaar geleden.

Peilingen over de uitslag van de tweede ronde dienen voorlopig te worden beschouwd als bijzonder onzeker. Zij plaatsen Le Pen in duel met Macron momenteel op 47 à 48%, dus veel hoger dan de 34% die zij in 2017 behaalde. Een nieuw duel Macron - Le Pen verschilt op twee punten grondig van het vorige: de electorale basis van Le Pen is nu breder, en de weerstand van linkse kiezers tegen Macron groter. Volgens recente peilingen zou 8 op de 10 Fransen die in de eerste ronde voor Zemmour kiezen op Le Pen stemmen in de tweede ronde. Macron moet in de tweede ronde rekenen op de stemmen van links, maar van de kiezers van de linkse Mélanchon verklaart de helft dat zij op 24 april thuisblijven als het een gevecht Macron-Le Pen wordt, en van degenen die zouden stemmen, wil één op drie zijn stem aan Le Pen geven.

Voorlopig dient Le Pen de eerste ronde te halen. Alleen Mélanchon lijkt haar nog te kunnen bedreigen. Het kamp van Le Pen maakt daar gretig gebruik van. Stel je voor, zo wordt nu in nagenoeg elk debat en interview herhaald, dat Mélanchon Le Pen toch nog bijbeent en we in de tweede ronde Macron vs. Mélanchon krijgen. Dat schrikbeeld voor rechts wordt dan gevolgd door een oproep aan de kiezers van Pécresse en Zemmour om nuttig te stemmen, voor Marine Le Pen. Op die manier wordt de kandidaat van het RN in de eerste ronde geholpen door de extreemlinkse Mélanchon. Of het electoraat van deze laatste haar ook gaat helpen in de tweede ronde is een van de grote vragen van deze campagne. Als die mensen het inderdaad vertikken op Macron te stemmen en thuisblijven, of zelfs op Le Pen stemmen, dan zou Macron – die tot voor kort verzekerd leek van herverkiezing - toch in moeilijkheden kunnen komen.

Macron versus Le Pen kan een spannende tweede ronde worden. Hun posities worden uiteraard getekend door de stemming in hun land en door de problemen waarmee Frankrijk wordt geconfronteerd. Daarom vertonen de standpunten van Macron en Le Pen meer gelijkenissen dan hen lief is. De tweede ronde zal waarschijnlijk worden gebruikt om de onderlinge verschillen te belichten en te dramatiseren. De eerste ronde liet vooral zien dat zij zich tot verschillende gevoeligheden en belangen richten. Toen Macron tijdens zijn grote campagnebijeenkomst van 2 april over gelijkheid sprak, had hij het over de gelijkheid van man en vrouw. Als Le Pen het over gelijkheid heeft, gaat het over het verschil tussen welgestelden en mensen die de eindjes moeilijk aan elkaar kunnen knopen. Toen Macron het over slachtoffers had, ging het over pedofilie. Als Le Pen het over slachtoffers heeft gaat het over vrouwen aangerand in de banlieus en in het openbaar vervoer. Als Macron het over dringende hulp heeft, gaat het over jongeren met psychische problemen en autistische kinderen. Als Le Pen het over dringende hulp heeft, gaat het over de wijken die dienen te worden bevrijd van drugsdealers en islamisten. Beide groeiden op in een welgesteld milieu, maar zij richten zich op heel verschillende angsten en op verschillende vormen van hoop.