Research

Trade and Globalisation

Op-ed

Laat Hof oordelen over annexatie van de Krim

25 Mar 2014 - 09:39
Bron: Flickr / Pleuntje

In plaats van een handelsmissie naar Rusland te sturen, kan Nederland zich beter inspannen om het optreden van Rusland juridisch te laten toetsen.

Minister Kamp van economische zaken ziet voorlopig geen reden om de aanstaande handelsmissie naar Rusland af te gelasten. In plaats van de economische belangen voorrang te geven, kan Nederland zich beter inspannen om het optreden van Rusland aan de kaak te stellen. Dat kan door erop aan te dringen dat de Algemene Vergadering van de VN om een advies aan het Internationaal Gerechtshof vraagt over de rechtmatigheid van de Russische annexatie van de Krim. 

Internationaal rechtelijke beginselen

Hoewel er geen schot is gelost, is er immers sprake van agressie door Rusland. De internationaal rechtelijke beginselen van respect voor soevereiniteit, non-interventie en het verbod op het gebruik van geweld, zijn alle geschonden. Rusland beroept zich ter verdediging op het recht in noodsituatie eigen burgers in een ander land te mogen beschermen. Op de Krim verwijst men naar het recht op zelfbeschikking dat de afscheiding van Oekraïne zou rechtvaardigen. Hoewel beide beginselen erkend zijn in het internationaal recht, zijn de reikwijdte van het begrip en de omstandigheden niet zo dat dit het Russisch handelen zou rechtvaardigen.

Non-interventie

Om in weerwil van het verbod op gebruik van geweld en het beginsel van non-interventie, toch gerechtvaardigd met militaire middelen burgers in een derde land te beschermen, moet aan strikte vereisten zijn voldaan. Zo moet de VN Veiligheidsraad een kans krijgen om zijn rol als bewaker van de wereldvrede te vervullen, de bedreiging van het leven van Russische burgers moet zeer ernstig zijn, vreedzame alternatieven moeten ontbreken, de inzet van militaire middelen kan enkel restrictief en proportioneel zijn bedoeld om het leven van deze burgers te beschermen tot het gevaar is geweken.

Annexatie is geen optie

Annexatie behoort duidelijk niet tot deze opties. Russische bewoners op de Krim hebben weliswaar recht op zelfbeschikking, wat betekent dat ze over hun politieke, economische, sociale en culturele ontwikkeling en toekomst moeten mogen meebeslissen binnen het bestaande staatsbestel, maar dit houdt niet een recht op externe zelfbeschikking, oftewel afscheiding in. Dit bestaat volgens het volkenrecht alleen in geval van buitenlandse bezetting of onderdrukking door een koloniaal regime. Aangezien hier geen sprake van is, is een eenzijdig besluit over afscheiding onrechtmatig. Een dergelijke uitkomst is alleen mogelijk als het centrale gezag daar via een nationaal democratisch proces over besluit.

Indirecte agressie of gewapende infiltratie

De vraag is of Oekraïne en de internationale gemeenschap rechtmatige middelen ter beschikking hadden gehad, anders dan de afgekondigde sancties om deze en eventuele toekomstige Russische opmarsen te stoppen. Het antwoord is weinig hoopgevend voor wie zoekt naar een daadkrachtig optreden dat een onmiddellijk einde maakt aan deze illegale opmars. Volgens internationaal recht is het gedrag van Rusland te kwalificeren als indirecte agressie of gewapende infiltratie. Kenmerkend is dat er door de militairen geen schot gelost wordt, en daarin schuilt meteen het probleem voor Oekraïne.

Hoewel indirecte agressie wel degelijk onrechtmatig is, wordt deze indirecte agressie niet gekwalificeerd als een 'gewapende aanval' in de zin van artikel 51 van het VN Handvest, wat een beroep op zelfverdediging zou rechtvaardigen. Elk gewapend verzet, met of zonder steun van bondgenoten, dat Oekraïne dus tegenover deze indirecte agressie van Rusland zet, zou dus ook gekwalificeerd kunnen worden als onrechtmatig gebruik van geweld en een schending van het verbod op het gebruik van geweld.

Met deze wetenschap en gezien de wijze waarop Rusland voor eigen publiek de schijn ophoudt dat ze internationaalrechtelijk juist heeft gehandeld, is het van groot belang dat het hoogste internationaal juridische orgaan van de VN zich over deze situatie uitspreekt en een duidelijke streep in het zand trekt. Al is het maar om te voorkomen dat na Zuid-Ossetië en de Krim, Transnistrië aan de beurt is. Nederland voorop zou de leden van de Algemene Vergadering van de VN van deze noodzaak moeten overtuigen.