Research

Sustainability

Op-ed

Klimaatbeleid van EU krijgt tanden met grensheffing

19 Jul 2021 - 11:37
Bron: Preillumination SeTh / Unsplash

Deze opinie is eerder gepubliceerd in de NRC.

Europa gaat terecht producten van buiten de EU waar te weinig CO2-emissieheffing over is betaald, aan de grens belasten, stellen  (werkt bij Frankfurt School of Finance and Management en is als research associate verbonden aan Instituut Clingendael) en Louise van Schaik (afdelingshoofd en senior onderzoeker bij Instituut Clingendael). De vervuiler betaalt.

Een revolutionair nieuw instrument om klimaatverandering aan te pakken. Dat presenteerde de Europese Commissie afgelopen woensdag met de zogeheten koolstofgrensheffing (carbon border adjustment mechanism). Het gaat hierbij om een heffing op producten uit landen waar CO2-uitstoot niet of minder belast wordt dan in de EU. De heffing wordt stapsgewijs ingevoerd vanaf 2023 en geldt in eerste instantie voor de import van staal, ijzer, cement, kunstmest, aluminium en elektriciteit.

Het mooie aan dit mechanisme is dat er een dertig jaar oud mantra mee van tafel gaat: dat je de eigen economie ondermijnt door zelf wél serieus klimaatbeleid te voeren, terwijl concurrerende landen dit niet doen. Door de heffing verdwijnt de financiële prikkel in de EU om de productie te verplaatsen naar landen met minder ambitieus klimaatbeleid.

Landen buiten de EU protesteren. Zij zien de koolstofgrensheffing als een oneerlijke belemmering van de vrijhandel. Het verzet komt niet alleen van ontwikkelingslanden en opkomende grootmachten, zoals China, India, Brazilië en Zuid-Afrika. Het komt ook uit Rusland, en zelfs de Verenigde Staten, en in mindere mate het Verenigd Koninkrijk, die met leden ogen aanzien dat de maatregel hen mogelijk zal raken.

Vooral het verzet van China en de VS is opvallend. Dat zijn namelijk landen die recentelijk flink opschepten over hun ambitieuze klimaatbeleid. President Joe Biden wil zelfs aan het hoofd van de internationale klimaattafel zitten. In september 2020 vertelde de Chinese regeringsleider Xi Jinping bij de VN dat China klimaatneutraal wil zijn in 2060 en dat de jaarlijkse emissies rond 2030 omlaag zullen gaan.

Ambities

Door te protesteren tegen de grensheffing geven deze landen indirect toe dat hun daden achterblijven bij hun ambities.

De maximale heffing zal gelijk zijn aan de prijs van CO2 in de markt van het Europese emissiehandelssysteem (nu ongeveer 55 euro per ton CO2) en dat maakt het verschil tussen het Europese klimaatbeleid en dat van andere landen heel zichtbaar. Via de grensheffing dwingt de EU andere landen om het gesprek aan te gaan over klimaatpolitiek.

Veelzeggend was het telefoongesprek tussen president Macron, bondskanselier Merkel en Xi in april. Volgens het Chinese verslag van het gesprek verwierp Xi de heffing tijdens deze ‘klimaattop’, maar staat hij open voor meer samenwerking op het gebied van klimaat. Volgens de getemperde Duitse persmededeling van het ‘gesprek’ verwelkomde Duitsland onder meer China’s doel om in 2060 klimaatneutraal te zijn en China’s voorstel om kortetermijndoelen aan te scherpen. In Rusland wordt al gefluisterd over de invoering van een CO2-prijs om zo te voorkomen dat het hard getroffen wordt door de grensheffing van de EU. En de democraten in de VS presenteerden woensdag ineens met een onuitgewerkt voorstel voor een ‘polluter import fee’.

"De wijsheid dat je de eigen economie ondermijnt door serieus klimaatbeleid te voeren, terwijl concurrerende landen dit niet doen, is hiermee achterhaald"

Eurocommissaris Frans Timmermans geeft dan ook nadrukkelijk aan dat hij hoopt dat de EU de grensheffing niet hoeft in te schakelen, omdat landen de CO2-uitstoot van hun eigen energie-intensieve industrie en energiesector gaan belasten. Inderdaad worden Noorwegen, IJsland en Zwitserland uitgezonderd. Exporteurs uit landen als het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Korea kunnen een lagere heffing claimen op basis van een al betaalde CO2-prijs in het ‘thuisland’.

Volgens de Europese Commissie is het voorstel in overeenstemming met internationaal handelsrecht. Bij de Wereldhandelsorganisatie is afgesproken dat landen geen handelsbelemmeringen mogen opwerpen, maar milieuoverwegingen zijn vaker een uitzonderingsgrond gebleken. Volgens de Commissie is dit ook nu van toepassing. Daarnaast is de heffing in principe gelijk aan het bedrag dat producenten in de EU zelf betalen. Er wordt nog wel nagedacht over een speciale regeling voor armere ontwikkelingslanden. Dit zou de EU ook helpen om in de aanloop naar de volgende klimaattop in november in Glasgow steun te genereren voor de koolstofgrensheffing.

Handelsoorlog

Lidstaten en het Europees Parlement kunnen de plannen nog aanpassen en de Nederlandse regering zei eerder „positief nieuwsgierig” over de heffing te zijn. Maar wat nou als de druk vanuit de VS, China en andere landen aanhoudt en zij zelfs dreigen met een handelsoorlog met de EU? Zal de EU de grensheffing dan in de koelkast zetten, zoals eerder gebeurde toen de EU van plan was internationale vluchten te belasten via het systeem van emissiehandel? Het lijkt onwaarschijnlijk.

Ten eerste omdat de meeste EU landen en het Europees Parlement positief lijken te zijn, hun eigen industrie willen beschermen en interesse hebben in de opbrengsten van de heffing. Ten tweede omdat er de nodige steun is vanuit de Europese industrie, vanuit het oogpunt van concurrentie. En ten derde omdat de heffing zo zichtbaar maakt dat de grote klimaatbeloften van andere landen nog amper in daadwerkelijk CO2-reductiebeleid zijn omgezet.

De grootste economie van de wereld, want dat is de EU , heeft via haar handelsmacht dus een belangrijke troef in handen om met ambitieus klimaatbeleid hier tegelijkertijd de druk op andere landen op te voeren. Nederland moet de EU helpen de rug recht te houden, want als grote vervuilers het bij mooie woorden laten, lossen we de klimaatcrisis niet op.

Volg @LouiseVanSchaik op Twitter.