Research

Europe in the World

Articles

Kandidaat Macron

18 Mar 2022 - 15:29
Source: Macron tijdens een campagne-evenement ©Reuters
​​​​​​Berichten over de Franse presidentscampagne 2022

Ça alors! 


Mark Elchardus is Senior Associate Fellow bij Instituut Clingendael. Hij schrijft een reeks blogs in aanloop naar de Franse verkiezingen.

Deel 3: Kandidaat Macron

President Emmanuel Macron heeft zo lang mogelijk gewacht om zich kandidaat te stellen. Niet dat er enige twijfel bestond over zijn kandidatuur. Zij werd al geruime tijd voorbereid. In de bedrijfsmatige sfeer eigen aan het Macronisme werd haar kostprijs al geschat, 22 miljoen euro (volgens een bericht in Le Monde). Een zakenbankier is drukdoende die te verzamelen.

De campagne zelf werd voorbereid in een hoofdkwartier van 2800 vierkante meter, waar naast vijftig bezoldigde krachten ook een vijfhonderdtal vrijwilligers af- en aanlopen. In vele gevallen gaat het om mensen die sleutelposities bekleden in verschillende maatschappelijke sectoren en die ideeën en contacten leveren, nuttig voor de campagne. Toen hij werkte voor president François Hollande heeft Macron gezien hoeveel nadeel deze zich berokkende door vrijuit te praten met journalisten. Daarom wil Macron nu een strakke controle op contact met de pers. Rond de voorbereiding van zijn campagne bestaat veel geheimhouding. Journalisten worden op afstand gehouden en de campagne wordt voorbereid door equipes die in grote mate los van elkaar werken. Slechts een tiental Macron-getrouwen heeft een overzicht over het geheel en een streng verbod daarover te praten met de pers.

Zelfs het programma van kandidaat Macron werd pas op 17 maart bekend gemaakt, terwijl de campagne al bijna twee maanden op volle toeren draait. Het programma bevat een dertigtal voorstellen, waaronder volledige werkgelegenheid, verhoging van de pensioenleeftijd tot 65 jaar, 15 miljard lastenverlaging - de helft voor de gezinnen, de andere helft voor de bedrijven -, nieuwe initiatieven ter waarde van 50 miljard per jaar, en meer autonomie voor de scholen, dus minder overheidstoezicht. In veel gevallen gaat het om uitdagingen en dus dringende politieke opdrachten waarvoor Macron een meerderheid van de Fransen waarschijnlijk kan overtuigen dat hij het best geplaatst is om ze tot een goed einde te brengen. Opvallend, maar passend bij de tijdsgeest, is het breken met het liberale imago van zijn eerste ambtstermijn. Macron wil nu een terugkeer van de staat, met een forse toename van overheidsparticipatie in bedrijven, een pleidooi voor een dirigistische staat die streeft naar autarkie wat energie betreft, die technologische vernieuwing steunt en richt, die wil bouwen aan een Frankrijk dat zich niet sluit voor de wereld, maar minder afhankelijk wordt van anderen voor strategische goederen en kennis.

Het programma is ook duidelijk bedoeld om links de pas af te snijden: meer staat, minder markt. Tevens gebruikt het een terminologie die rechts de wind uit de zeilen wil nemen. Zo hamert Macron nu op het belang van ‘volkssoevereiniteit’ (souveraineté du peuple), terwijl zijn eerste ambtsperiode gekenmerkt werd door een ‘verticale’, technocratische aanpak. “Je moet maar durven” reageerde Marine Le Pen daar al op.

Waar dat mogelijk is, werden al lokale comités opgericht, om de campagne te ondersteunen. Nog voor zijn kandidatuur officieel was, werden her en der al affiches aangebracht. “Avec vous”, staat daarop, naast de helft van het hoofd van Macron. De oppositie vond de tekst weinigzeggend, hoewel, zo werd daaraan toegevoegd, de helft van het hoofd van Macron een idee geeft dat de Fransen niet al te veel op zijn aandacht hoeven te rekenen.

De andere kandidaten klagen al geruime tijd dat Macron zich niet eerder kandidaat stelde en dus in het nieuws kon komen zonder dat dit meetelt als campagnetijd. Zij hadden al sneller met hem in debat willen gaan en vinden het niet eerlijk dat hij in feite al geruime tijd campagne voert zonder zijn tegenstanders kans te geven op weerwoord. Zij zien met lede ogen aan hoe hij zich tooit in de gewaden van de leider die de wereld moet redden, moet voorgaan in Europa en daarom even geen tijd heeft voor de kleine politiek van een Franse presidentsverkiezing. Bij de verkiezingscommissie belandden ook al verschillende klachten die de president ervan beschuldigen publieke middelen aan te wenden voor zijn campagne. Een aantal maatregelen die de regering nog op de valreep neemt, worden beschouwd als cadeautjes om kiezers over te halen.

Het is nagenoeg zeker dat Macron tijdens de eerste ronde niet met zijn tegenspelers in debat zal treden. De toegang van de media tot kandidaat Macron wordt beperkt en zorgvuldig gechoreografeerd. Hij wil, zo liet hij weten, liever rechtstreeks met de Fransen praten, niet via de media, niet via debat met hun politieke vertegenwoordigers. Als hij wordt herverkozen, zo liet hij weten, zal hij minder “verticaal” besturen, de Fransen vaker raadplegen. Dat gebeurde inmiddels al eens op een bijeenkomst waarvan achteraf is gebleken dat de vragen - gesteld door een zorgvuldig geselecteerd publiek - vooraf samen met het campagneteam waren voorbereid.

Macron heeft ook alle reden om gedurende de eerste ronde zo weinig mogelijk aan politiek te doen. Volgens de peilingen is hij nagenoeg verzekerd de tweede ronde te halen. Echte debatten, echte interviews, echte confrontaties met groepen niet geselecteerde kiezers houden altijd het risico in dat een ongelukkig zinnetje de kandidaat ontvalt. Het overkwam Macron eerder en het campagneteam is er als de duivel zo beducht voor. Verder geniet Macron nu van de aura van oorlogschef: de rol van de president die op de post blijft, zijn land door de crisis loodst en probeert vrede te brengen. Het is alsof de oorlog in Oekraïne een rode loper naar herverkiezing uitrolt. Sinds de invasie van Oekraïne schoot Macron omhoog in de peilingen. Daarenboven kunnen debatten in de eerste ronde zijn kansen in de tweede enkel maar verkleinen. In de eerste ronde is hij in competitie met rechtse en radicaal rechtse kandidaten. Als hij daarvan kiezers wil weghalen of er geen kiezers aan wil verliezen, kan hij zich niet radicaal tegen hun standpunten keren. Om in de tweede ronde te worden verkozen, heeft hij echter absoluut de steun van het linkse electoraat nodig, dat waarschijnlijk geen eigen kandidaat zal hebben in die ronde. Zolang hij voldoende voorsprong behoudt in de peilingen en electoraal geholpen wordt door de oorlog in Oekraïne, is geen of weinig campagne voeren in de eerste ronde en zich ‘links’ opstellen in de tweede ronde, de aangewezen strategie. Waarschijnlijk beseft het team van Marine Le Pen dat eveneens. Zij bereidt zich voor op de tweede ronde en spreekt op haar recente meetings nagenoeg uitsluitend nog over koopkracht.

Omdat hij al vijf jaar president van Frankrijk is, lijkt Macron een vertrouwde figuur. Men vergeet hoe bijzonder hij is. Op de leeftijd van 15 wordt hij verliefd op zijn vrouw en het koppel is nog steeds samen. Van Brigitte Macron wordt overigens gezegd dat zij de enige persoon is waar hij echt naar luistert, niet alleen de welwillende indruk geeft te luisteren. Hij werkt de middelbare school af. Doet Sciences Po, mislukt twee keer voor het ingangsexamen van L’Ecole Normale Superieure, slaagt voor L’Ecole nationale d’administration (ENA). Daar behaalt hij een resultaat goed genoeg om aan de slag te gaan bij de invloedrijke financiële inspectie. Daarna gaat hij een paar jaar werken bij zakenbank Rothschild en verdient daar ongeveer twee miljoen aan commissielonen, wat hem een mate van financiële onafhankelijkheid geeft. Hij wordt adjunct-secretaris generaal van het Elysée onder François Hollande, minister van economie in de regering Valls en is op 39-jarige leeftijd president van Frankrijk. Het heeft iets duizelingwekkends, maar ook eentonig en beperkend. Hoe zou hij, zeggen tegenstanders maar ook menig medestander, zijn land en zijn mensen kunnen kennen. Hij heeft, tot hij president werd, geleefd in een wereld ver verwijderd van die van de overgrote meerderheid van de Fransen. Pas nu leert hij ze een beetje kennen als hij, omgeven door veiligheidsagenten het land in trekt. Dat leren verloopt soms moeilijk, zoals toen hij tegen klagende werklozen zei dat het volstaat de straat over te steken om werk te vinden. Volgens velen verklaart die afstand tot la France profonde de grote ontevredenheid over zijn beleid. Die ontevredenheid kwam onder meer tot uiting in het lange en gewelddadige protest van de gele hesjes. Een wat hogere belasting op fossiele brandstof en het verlagen van de maximumsnelheid op de departementale wegen, leken technocraten uitstekende, ja zelfs onvermijdelijke maatregelen. Wie ten gevolge van de de-industrialisering van Frankrijk, de schaarste aan banen op het platteland en de afwezigheid van openbaar vervoer, elke dag 80 km moet afleggen naar het werk en dat voor een bescheiden loon, denkt daar anders over. Het is voor president Macron vaak moeilijk gebleken een brug te slaan tussen die twee tegengestelde vormen van redelijkheid.

Macron heeft ook geen partij waarvan de verkozenen hem kunnen zeggen wat leeft in het land. In de aanloop naar de presidentsverkiezing van 2017 heeft hij een equipe rond zich verzameld en de verkiezing gewonnen. Wat er ontstond als partij – aanvankelijk En Marche geheten, acroniem EM – was een gevolg van zijn persoonlijk succes, niet omgekeerd. Het is bovendien nooit echt duidelijk geworden waarvoor die partij staat. Een ideologie is er niet, grote charismatische figuren buiten Macron zijn er niet. Kwade tongen beweren dat zijn eerste premier Edouard Philippe werd vervangen toen hij te populair werd. Het is zelfs twijfelachtig of de vertegenwoordigers van de partij veel met elkaar delen. Zij verdedigen soms de meest uiteenlopende standpunten. Lokale worteling lukt niet. In de eerste ronde van de lokale verkiezingen in 2020 kreeg de partij van de macronisten 2% van de stemmen, in de regionale verkiezingen van 2021 7%.

De identiteit van de partij is die van de leider Macron, en van diens regering, of beter, regeringen, de eerste onder premier Edouard Philippe, de huidige onder Jean Castex, beide afkomstig van LR (Les Républicains). De lijn van die regeringen lijkt vooral geïnspireerd door wat men op het ENA leert: de toekomst van Frankrijk ligt in de Europese Unie, Frankrijk heeft hervorming nodig, de overheid heeft baat bij een bedrijfsmatige aanpak, en wat sociale en culturele kwesties betreft, is de houding van de Parijse elite de beste gids. Kortom, de mix van houdingen en engagementen die doorgaans wordt omschreven als sociaalliberaal. Als het opportuun lijkt, wordt het geweer vlot van schouder veranderd. Over islamisme en migratie kan Macron ook praten op een manier die weinig verschilt van die van Le Pen. En als hij dat niet doet, dan wel zijn minister van binnenlandse zaken, Gérald Darmanin, een man uit de rechtervleugel van LR en een protégé van de voormalige president Nicolas Sarkozy.

De hervormingen - doorgevoerd tijdens de eerste vijf jaar van Macron’s mandaat - zijn bescheiden, maar stimuleerden de werkgelegenheid. Het is waarschijnlijk dat hij in de campagne zal zeggen dat precies daarom nog eens vijf jaar nodig zijn om tot een nieuw, moderner, dynamischer Frankrijk te komen. Hij zei onlangs: “Ik wil het Frankrijk van onze kinderen bouwen, niet terugkeren naar het Frankrijk van onze kinderjaren”. Tegenstanders zien daarin Macron ten voeten uit. Hij is het keerpunt van de geschiedenis, niet in staat te zien dat mensen willen leven in een land dat zich aanpast zonder de band met het land van hun kinderjaren te verliezen. De verschillende manieren waarop naar dat ene zinnetje wordt gekeken, vatten mooi het thema dat tot nog toe de campagne beheerste – identiteit - maar nu door de oorlog in Oekraïne, de inflatie en tanende koopkracht naar de achtergrond wordt gedrongen.

Macron’s grootste hervorming, voorlopig, betreft het politieke landschap. Uitgangspunt van zijn campagne in 2017 was de diagnose dat het Franse partijlandschap - en dan vooral links (de Socialistische Partij) en rechts (Les Républicains) - zijn beste tijd heeft gehad. Nog slechts één op de drie Fransen identificeert zich met een partij. Een slimme leider, een goede, trouwe equipe en bergen geld voor een campagne, volstaan in dat geval om het Elysée te veroveren. Eigenlijk heeft Macron in 2017 gedaan wat Silvio Berlusconi al had voorgedaan in Italië toen het politieke landschap daar braak lag na de implosie van de christendemocratie. Forza Italia, En Marche… er zit vaart in.

In 2017 heeft Macron afgerekend met de socialistische partij en de huidige campagne maakt duidelijk dat deze daar niet van herstelt. Meteen daarna is LR ondermijnd door vanuit die partij veel ministers en topmedewerkers aan te trekken. Macron hoopt die partij in 2022 de genadeslag te geven. Vraag is of dit dan de aankondiging is van een politiek waarin partijen geen noemenswaardige rol meer spelen of daarentegen de overgang naar een nieuw partijlandschap, met enerzijds een sociaalliberale partij met een nog onduidelijk programma, anderzijds een nieuwe, rechtse, nationalistische partij die de electoraten van Le Pen, Zemmour en een deel van het electoraat van Pécresse verenigt.

In 2017 behaalde Macron in de eerste ronde 24% van de stemmen. De peilingen van februari plaatsen hem op 25 of 26%. Dat is een bescheiden presidentsbonus en die ging tot voor kort gepaard met een eerder negatieve beoordeling van zijn presidentschap. De oorlog in Oekraïne maakte hem plots populairder. Peilingen uit de eerste dagen na de Russische invasie plaatsen hem op 27 à 31%. Grootste verliezer is Zemmour die zich van alle kandidaten als de meest Poetin-vriendelijke had opgesteld. De komende weken zullen uitwijzen of deze verschuivingen blijvend zijn. De oorlog beroert de Fransen. Het aantal mensen geboeid in politiek en vastbesloten te gaan stemmen nam toe. Hoe dan ook, al sinds de eerste peilingen, een half jaar geleden, is het nagenoeg zeker dat Macron de tweede ronde haalt. Minder zeker voor vele Fransen blijft het antwoord op de vraag wie Emmanuel Macron nu eigenlijk is?

De vorige president, François Hollande, kent hem goed. Hij heeft, naar eigen zeggen, van hem gehouden als van een begaafde zoon. Hollande heeft inmiddels bitter weinig redenen om liefdevol over zijn opvolger te spreken. Tegenover journalisten omschreef hij Macron als “een avonturier (…) zonder band met wie dan ook, behalve met zichzelf”. Hij vergeleek hem met Eugène de Rastagnac, een personage dat opduikt in verschillende romans van Balzac. Rastagnac is opportunist, arrivist, cynicus. Hij wil koste wat het kost opklimmen in de maatschappij, wordt bankier en later minister. Er schuilt bitterheid en wraak in die karaktermoord.

Rastagnac wordt dikwijls in één adem genoemd met Lucien Rubempré, een ander personage van Balzac. Beide mannen zijn afkomstig uit dezelfde streek en trekken naar Parijs om het daar ‘te maken’. Rastagnac slaagt, Rubempré niet.

Eric Zemmour heeft zijn laatste boek, de voorbereiding van zijn campagne, La France n’a pas dit son dernier mot (Frankrijk heeft zijn laatste woord nog niet gezegd) in eigen beheer gepubliceerd. Voor zijn uitgeverij koos hij de naam Rubempré, het Balzacpersonage dat het als journalist in Parijs wil maken en op 32-jarige leeftijd zelfmoord pleegt.


Lees ook deel 1deel 2 van deze blogreeks over de Franse presidentsverkiezingen.


Op 14 April vindt de tweede editie van de Clingendael Newsroom plaats in Het Nutshuis Den Haag. Deze keer over de Franse verkiezingen. Meld je aan om op de hoogte te blijven van de aankomende Clingendael Newsroom evenementen.